Onze advocaten houden zich in hoofdzaak bezig met het strafrecht. Het hele kantoor ademt dan ook strafrecht uit. Dit vergt een dynamische instelling van de advocaten. Zij hebben alles behalve een echte kantoorbaan. Na een aanhouding van een cliënt door de politie, kan de advocaat hals over kop naar het politiebureau vertrekken, ook als dat in Groningen is. Ook de voorgeleiding bij de rechter-commissaris en de raadkamers betreffende de gevangenhouding, de getuigenverhoren, de zittingen bij de rechtbank en het gerechtshof, evenals de besprekingen in de bajes, zijn allemaal buiten de deur. Met recht heet dit specifieke onderdeel van het advocatenwerk ook wel de vliegende praktijk. De zaken die de advocaten doen hebben vaak betrekking op levensdelicten, drugs, wapens, mensenhandel en vermogensdelicten. Steeds vaker komen ook ondernemingen in aanraking met het strafrecht op verdenking van valsheid in geschrifte, belasting- en faillissementsfraude of zij komen met het strafrecht in aanraking via een van de vele inspecties. Juist in de prille beginfase is adequate rechtsbijstand ook voor ondernemers van groot belang om zo grote schade voor de onderneming en de ondernemer te voorkomen.
Toch is het strafrecht nog breder georiënteerd dan men op het eerste gezicht zou verwachten. Het kantoor houdt zich ook bezig met uitleveringszaken waarin getracht wordt te voorkomen, dat cliënten worden uitgeleverd aan het buitenland. Omgekeerd proberen de advocaten cliënten, die in het buitenland vast zitten, naar Nederland te krijgen om hier hun straf uit te zitten (wets- en wots-zaken). Naast zijn eigen zaken doet mr. S.T. van Berge Henegouwen ook voor andere advocaten de cassatieprocedures bij de Hoge Raad en procedures bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Daarin gaat het vooral over de juridische vraagstukken van de strafzaak en over de vraag of er geen mensenrechten zijn geschonden.
In toenemende mate houdt het kantoor zich ook bezig met penitentiair recht. Steeds vaker komt het voor dat de selectiefunctionaris weigert dat een gedetineerde in aanmerking komt voor een half open of open inrichting (of het bekende enkelbandje), een gevangenis met meer vrijheden in de eindfase van de straf. De mate van vrijheid tijdens de detentie kan soms met goede rechtsbijstand aanzienlijk worden vergroot. Ook vechten de advocaten met succes de soms verregaande en ingrijpende voorwaarden bij de voorwaardelijke invrijheidstelling ( v.i.) aan.
Ook op het gebied van het financiële strafrecht staan wij al sinds 1993 cliënten bij die zich geconfronteerd zien met een ontnemingszaak in het kader van de plukze-wetgeving. Ook dit doen wij niet alleen voor onze eigen cliënten, maar ook voor verdachten die in de strafzaak zelf werden bijgestaan door advocaten van andere kantoren.